Voor een toekomstbestendig beheer van water, bodem en natuur moet Nederland sterker inzetten op arbeidsmarkt, scholing en innovatief vermogen. Voor de 620.000 werkenden in de sectoren agri&food, water en bodem, natuur en leefomgeving (waaronder hoveniers, groenvoorzieners, boomspecialisten en dak- en gevelbegroeners) is het werk sterk aan het veranderen. Dat staat in het adviesrapport 'Werken aan veranderkracht: naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt voor Agri & Food, Water en Bodem en Natuur & Leefomgeving' dat de Sociaal-Economische Raad (SER) afgelopen vrijdag heeft uitgebracht. Koninklijke VHG leverde input voor dit advies, want voor onze branchevereniging is dit een belangrijk dossier. De komende 10 jaar heeft onze sector namelijk zo'n 20.000 tot 30.000 nieuwe medewerkers nodig om op een goede manier bij te kunnen dragen aan de groene, gezonde en klimaatadaptieve leefomgevingen.
De SER bracht dit advies uit op verzoek van de ministeries van LVVN en I&W. Het adviesorgaan ziet dat de genoemde sectoren volop te maken hebben met meer droogte én wateroverlast, verminderde bodem- en waterkwaliteit, en met groeiende personeelstekorten, schoon water en fysieke ruimte. In het beleid is nog te weinig aandacht voor wat bedrijven en werkenden nodig hebben om met deze veranderingen om te gaan. Voor onze sector brengen de transities zoals klimaatadaptatie vooral kansen met zich mee. Om al dat 'vergroeningswerk' te kunnen doen, zijn er fors meer mensen nodig, die over de juiste opleiding beschikken. Gelukkig kent onze sector al een stevige infrastructuur voor een leven lang ontwikkelen, zoals de regionale Groene Hotspots en de VHG Branche-opleidingen. Binnen de netwerkorganisatie Groenpact werkt VHG bovendien samen met onderwijs- en kennisinstellingen en bedrijfsleven aan kennisdeling en ontwikkeling. Onder andere Wim van Ginkel, John Koomen en Jeroen Zijlmans leverden over de inzet van onze sector informatie en praktijkvoorbeelden voor het SER-advies.
Anders werken, leren en innoveren
De SER ziet al veel vernieuwing, maar nog onvoldoende verbreding en versnelling. Bedrijven weten niet altijd waar ze aan toe zijn, waar het beleid heen gaat, en dan is het lastig investeren en inspelen op veranderingen. Echte systeemveranderingen blijven nog uit. Daardoor komt veel innovatie neer op optimalisatie van huidige werkwijzen. De SER roept het kabinet daarom op om actiever te sturen op de ontwikkeling van nieuw verdienvermogen, vernieuwende kennis en meer samenwerking tussen onderwijsdisciplines. Ook moet worden geïnvesteerd in arbeidsbesparende technologie. Daarnaast bevat het advies concrete acties, bijvoorbeeld het bieden van meer toegankelijke, praktisch toepasbare en onafhankelijke kennis en advies met hulp van O&O-fondsen.
Koninklijke VHG blijft via de ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland de ontwikkelingen die uit dit advies volgen, nauwlettend in de gaten houden en zoveel mogelijk vertalen naar concrete handreikingen voor onze sector.
Lees het SER-advies