Zieke werknemers
Op basis van de vakantiewetgeving voor 1 jauari 2012 bouwden zieke werknemers alleen vakantie op over de laatste zes maanden van hun ziekteperiode. Volgens deze wet hebben zieke werknemers recht op hetzelfde aantal vakantiedagen als gezonde werknemers (dus minimaal 20 dagen per jaar, wettelijke vakantiedagen genoemd). Daar staat tegenover dat de werknemer aan wie re-integratieverplichtingen zijn opgelegd, ook in staat is (de wettelijke) vakantie op te nemen. Ziet de werknemer daarvan af, dan komen de niet opgenomen wettelijke verlofdagen een half jaar na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd te vervallen.
Vervaltermijn
Wettelijke vakantiedagen
Om verlofstuwmeren te voorkomen en te bevorderen dat alle werknemers in het belang van hun veiligheid en gezondheid daadwerkelijk met regelmaat en tijdig bijkomen door vakantie op te nemen, is er een nieuwe vervaltermijn opgenomen in de nieuwe vakantiewetgeving. De wettelijke vakantiedagen vervallen een half jaar na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Met andere woorden, ze moeten voor 1 juli van het volgende jaar zijn opgenomen. Een uitzondering geldt als de werknemer om medische redenen of bijzondere omstandigheden niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Van dat laatste is bijvoorbeeld sprake als de werkgever hem/haar geen gelegenheid heeft gegeven vakantie op te nemen. Van medische redenen is sprake als de werknemer geen re-integratieverplichtingen zijn opgelegd, bijvoorbeeld omdat hij/zij in een ziekenhuis is opgenomen. Werkgever en werknemer kunnen overigens in onderling overleg besluiten de termijn te verlengen.
Voorbeeld:
Werknemer heeft in 2019 recht op 20 wettelijke vakantiedagen. Wanneer vervallen deze dagen?
De 20 wettelijke vakantiedagen vervallen op 1 juli 2020.
Bovenwettelijke vakantiedagen
Vanaf 2012 blijft voor bovenwettelijke vakantiedagen een verjaringstermijn van vijf jaar gelden (met betrekking tot de bovenwettelijke vakantiedagen verandert er dus niets). Met andere woorden, deze dagen verjaren na vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de dagen opgebouwd werden.
Voorbeeld:
Werknemer heeft in 2019 recht op vijf bovenwettelijke vakantiedagen. Wanneer verjaren deze dagen?
De vijf bovenwettelijke vakantiedagen verjaren op 1 januari 2026.
Geen terugwerkende kracht
De vakantiewetgeving vanad 1 januari 2012 heeft geen terugwerkende kracht. Dat betekent dat de oude afspraken en vakantieregelingen blijven gelden voor verlofdagen die zijn opgebouwd tot en met 31 december 2011.
Voorbeeld:
Een werknemer neemt op 1 januari 2012 vier vakantiedagen mee uit 2011. Wanneer vervallen deze dagen?
De vier vakantiedagen (tot en met 31 december 2011 opgebouwd) die verjaren op 1 januari 2017.
Verlofadministratie
De werkgever dient zorg te dragen voor een deugdelijke administratie, waaruit voor de werknemer duidelijk blijkt wat zijn opgebouwde rechten zijn van zowel wettelijke- als bovenwettelijke vakantieuren.